Jarenlang speelde ik tenniscompetitie en de ‘derde helft’ was eigenlijk wel de belangrijkste. Totdat ik belandde in een team met bloedserieuze jonge gasten en me met plezier liet meevoeren. Er werd aangemoedigd, geschreeuwd zelfs, ik speelde boven mijn niveau en we wonnen (en verloren ook wel eens) mooie potten. Zo kan competitie mensen tot grootse prestaties stuwen, maar vergeet niet dat het hier om een spelletje gaat.
In onze economie is dit winnen van anderen, de concurrent, tot het hoogste goed verheven. De aanname is namelijk dat concurrentie het beste in mensen boven brengt. Proberen anderen uit de markt te verdrijven of op zijn minst verslaan op omzet en marktaandeel, moet tot het beste leiden voor onze samenleving. Het gaat zelfs verder, het is goed om ten koste van anderen of onze omgeving geld te verdienen, jij rijk en iemand anders in de goot.
We zien alleen iets over het hoofd. Waar bij tennis de verliezer een aai over zijn bol krijgt en een biertje als troost, is in de economie de verliezer vaak zwaar de pineut. Hij gaat failliet, wordt ontslagen of krijgt geen salarisverhoging. Met een beetje pech beland je als verliezer in de put en moet je je maar zien te redden.
Het idee van concurrentie als belangrijk economisch uitgangspunt is eigenlijk nooit goed onderbouwd laat staan bewezen. Het is zo ‘bepaald’ door allerlei beroemde Nobelprijswinnende economen, maar er is nooit aangetoond dat dit ook het beste werkt. Als je al iets over concurrentie wil zeggen, dan kun je kijken naar motivatie, laat je je intrinsiek of extrinsiek motiveren. En dan blijkt dat intrinsieke motivatie, vanuit jezelf, beter werkt dan extrinsieke, vanuit de ander, de concurrent. En waar worden mensen het gelukkigst van, van samenwerken of van tegenwerken?
Maar naast de markt en de overheid is er nog een derde partij die dingen kan organiseren, namelijk wijzelf, of noem het de Commons. Je ziet bijvoorbeeld een opkomst van energiecoöperaties en alternatieven voor de financiële sector. We hebben steeds minder van de bestaande gevestigde orde nodig en kunnen zo samen een alternatief neerzetten zonder verliezers. Dan hoeft het uitgangspunt niet meer te zijn, ik win en heb het en jij niet, maar delen we samen in overvloed.
Jeroen Doensen is econoom en visionair en schrijft over duurzaamheid, dat alles met alles verbonden is.
Geef een reactie